Wie was Hannie Schaft?
Hannie Schaft is ongetwijfeld de bekendste verzetstrijdster uit de oorlog. Voor wie het nog niet weet zal uit het onderstaande verhaal duidelijk worden waarom.
Hannie ging in 1938 rechten studeren in Amsterdam. Ze was heel beschermd en met een sterk rechtvaardigheidsgevoel opgevoed.Toen Hannie ging studeren werd ze lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studentenvereniging. Met deze vereniging hielden ze vaak discussies over allerlei onderwerpen. Over ‘Jo’ (zoals Hannie genoemd werd) zegt een medestudente:”Ja was behoorlijk rood en daar durfde ze wel voor uit te komen. Ze ging altijd giftig te keer tegen alles wat onrecht in de wereld was”.
Toen in 1940 de oorlog uitbrak ging Hannie door met studeren. Ze kreeg twee joodse vriendinnen Sonja en Philine.Hannies woede tegen de Duitse bezetters groeide. Toen haar twee vriendinnen een gele ster moesten gaan dragen, stal Hannie twee persoonsbewijzen van niet-Joodse vrouwen in een zwembad. Bij deze twee bleef het niet. Toen de Duitsers van alle studerenden een loyaliteitsverklaring eisten, besloot Hannie te stoppen met haar studie.
In het voorjaar van 1943 vertrok Hannie met Sonja en Philine, die ze bij haar ouders wilde laten onderduiken, naar Haarlem. Daar sloot ze zich aan bij de linkse sabotagegroep de Raad van Verzet, om meer en actiever verzet te kunnen bieden. De zusjes Truus en Freddie Oversteegen zaten in deze groep, net als Jan Bonekamp die zijn vrouw en kind verliet om te strijden tegen de Duitsers. Vooral voor de laatste had Hannie veel bewondering. Haar ouders vertelde Hannie niets over het verzet. Na instructies over wapens en een schietles was Hannie gereed voor haar eerste actie.
Vriendin Sonja hield het niet lang vol op haar onderduikadres. Zij vluchtte naar Zwitserland, maar werd in Frankrijk verraden. In Auschwitz kwam ze om het leven.
Hannie en haar mede-verzetstrijder Jan Bonekamp hadden op 21 juni 1944 een gevaarlijke opdracht in Zaandam. De politieman Ragut moest worden uitgeschakeld. Hij werkte voor de Duitse Sicherheitsdienst. door hem waren al veel slachtoffers gevallen.
Op de Westzijde, bij de Herengracht, fietsten Jan en Hannie de verrader tegemoet. Deze viel gewond van zijn fiets na een schot van Hannie. Jan Bonekamp vuurde nog een keer, nu goed raak. Maar Ragut had toen al zijn pistool kunnen trekken. Jan Bonekamp raakte gewond en overleed twee dagen later. Hannie Schaft wist te ontsnappen. Het was voor Hannie moeilijk om om te gaan met de dood van haar vriend Jan. Als reactie hierop ging zij nog moeilijkere en gevaarlijkere klussen doen.
Op een avond in maart 1945 fietst Hannie over de straatweg van Haarlem naar IJmuiden. In haar fietstas zitten exemplaren van de illegale krant “De Waarheid”, die ze weg moet brengen. Opeens doken er twee Duitse soldaten uit het donker op:”Controle, afstappen. Fietstas openmaken!”. Haar handtas met haar pistool erin wordt afgenomen. Ze wordt opgepakt, in de gevangenis van Haarlem wordt ze verhoord. Haar ondervragers proberen er achter te komen wie ze is. Pas in de auto op weg naar Amsterdam, kijkt een beruchte Duitse politieman haar van opzij aan en zegt:”Jij bent Hannie Schaft, het meisje met het rode haar.” “Ja”, zegt Hannie na een stilte. Maar pas toen ze in de gevangenis moest douchen en de verf van haar haren wegspoelde zagen de Duitsers dat het “Meisje met de rode haren” hadden.
Nog geen drie weken voor de bevrijding wordt Hannie Schaft in de duinen bij Overveen doodgeschoten. In een ondiepe kuil in het zand wordt ze haastig begraven.
Naar dit meisje is onze school dus vernoemd. Ieder jaar op 8 maart herdenken wij deze Hannie Schaft, met de groepen 7 en 8, bij het monument op de Westzijde.